
Hekken voor dieren werken averechts
Om bedreigde plant- en diersoorten te beschermen worden hekken gebruikt. De hekken zouden pas als laatste redmiddel moeten worden ingezet, omdat deze vaak averechts werken.
Hekken ter bescherming van planten en dieren zouden als laatste redmiddel moeten worden ingezet. Vaak werken de hekken averechts, dat betogen Engelse en Amerikaanse ecologen in het tijdschrift Science naar aanleiding van debatten rond de bescherming van leeuwen in Afrika.
Hekken lijken vaak een goed idee. De afkadering dient om de dieren van mensen te scheiden. De dieren kunnen anders schade toebrengen aan landerijen, het opeten van gewassen of zelfs het doden van gehouden vee. De omheinde gebieden zorgen ook dat de planten en dieren zelf beter beschermd worden.
Het hek heeft ondertussen invloed gekregen op het ecosysteem. Roofdieren hebben bijvoorbeeld geen toegang meer tot de voedselbron wat zich buiten het leefgebied bevindt. Grote grazers kunnen niet op de goed begroeide plekken komen, waardoor er overbegrazing kan ontstaan. De dieren die beschermd zijn door het hekwerk kunnen niet vluchten. Het stropen wordt op die manier zelfs makkelijker gemaakt.
De auteurs van tijdschrift Science geven aan, dat hekken in sommige gevallen wel doeltreffend werkt. Er moet daarom per geval worden bekeken wat een goede benadering is, en niet zomaar klakkeloos een hek neerzetten. In Verenigde Staten zijn grote gebieden zonder hekken, daar is een toename van grote vleeseters en grazende dieren. Hieruit blijkt dat deze dieren geen hekken nodig hebben.
Voor toekomst voorzien de auteurs dat het makkelijker moet zijn voor de dieren om zich vrij en snel te kunnen verplaatsen in verband met klimaatverandering. Bosbranden of overstromingen vragen om betere mobiliteit.
Nederland probeert door inzet van Ecologische hoofdstructuur natuurgebieden met elkaar te verbinden, zodat deze niet geïsoleerd komen te liggen. Daarmee wordt geprobeerd te voorkomen dat planten en dieren uitsterven.