Flamingo vogels op één poot in water
Flamingo's zijn watervogels met een witte en roze tint, die voorkomen in tropische warm gematigde streken over de hele wereld.

De Flamingo (Phoenicopteridae) is een grote vogel met witte en roze tint, er zijn ook rode Flamingo's. De rode Flamingo is het felst gekleurd.
Flamingo's staan bekend vanwege hun opvallende kleur en dat ze op één poot in het water staan.
Het is nog onduidelijk waaronder deze vogels kunnen worden ingedeeld. Gewoonlijk worden Flamingo's al snel als onder orde van de ooievaar beschouwd. De eiwitten in hun eieren lijken meer op die van reigers. Hoe dan ook, het zijn prachtige gekleurde watervogels.
Flamingo's leven in verschillende waterrijke gebieden met ondiepe wateren en modderige vlaktes. In tropische en warme gematigde streken over de hele wereld. Langs de kust, rivier mondingen en meren, maar ook bij meren met zout of kalkrijk water. In Nederland komen ze ook kleinschalig voor. In het water zijn ze doorgaans opzoek naar voedsel.
Het zijn één van de mooiste watervogels. Eén Flamingo ziet er potsierlijk uit, maar een massaal aantal roze vogels langs de randen van het meer is een adembenemend schouwspel.
De verspreiding van deze watervogels
Tropen, subtropen. Ondiepe zeeën, zout- en sodameren.
Uit fossielen die ongeveer 10 miljoen jaar oud zijn, blijkt dat Flamingo's in heel Europa, Noord Amerika en Australië voorkwamen.
Het uiterlijk
Er zijn verschillende Flamingosoorten, waarvan de mannetjes vaak groter zijn dan de vrouwen. De Flamingo heeft een grootte van 80 tot 145 centimeter lang. Hij heeft een typische geknikte roze snavel met zwarte eindpunt.
De kop is relatief klein in verhouding met de lange nek en poten. De nek is bijna even lang als zijn poten. De romp is ovaal gevormd. Aan de lange dunne poten zitten tussen de tenen zwemvliezen, zoals veel watervogels dit hebben.
Dankzij de zwemvliezen kunnen ze zich makkelijk door het water voortbewegen en zakken zij niet snel weg in de zachte ondergrond.
De roze kleur bij Flamingo's
De Flamingo heeft roze veren met zwarte slagpennen. De snavel is krom, goed aangepast om voedsel mee te vinden. De bovenkaak is klein en vlak, de onderkaak groot en gootvormig.
Ze voeden zich met allerlei kleine water diertjes, ongewervelde dieren en blauwgroene algen. De blauwgroene algen zijn bijzonder rijk aan eiwit. De snavel bevat aan binnenkant lamellen, die werken als een soort zeef. Zij persen daar het water door, zodat alleen de water diertjes en algen achterblijven om op te eten.
Van nature zijn Flamingo's wit. In algen waarmee ze zich voeden zit een stofje waardoor de roze kleur in de veren terecht komen.

Flamingo's staan op één poot
De Flamingo vogels hebben voorkeur om met één poot in het water te staan. De reden is thermosregulatie. Met maar één poot in water koelt het lichaam van de flamingo af. Met twee poten verliezen ze teveel lichaamswarmte.
Een ander voordeel is als het éne poot in de zachte modder bodem wegzakt, hun andere poot kunnen gebruiken om zich weer te bevrijden.
Flamingo's in broedseizoen
Eén keer per broedcyclus gaan deze Flamingo's in de rui. Hun nesten maken ze op zandbanken, stranden en zanderige eilanden.
Het nest is in kegelvorm en gemaakt van leem. Een nestperiode duurt 75 dagen.
Flamingo's leggen één of hooguit twee witte eieren. Ieder ei weegt zo'n 100 gram. Het mannetje en vrouwtje gaan om de beurt broeden. De broedperiode duurt 28 dagen.
De jongen hebben een grijze donzige vacht met gezwollen roze poten als ze uit het ei komen.
De snavels zijn recht, zonder de knik die hun ouders hebben. Hun snavel en poten worden binnen een week zwart.
In de crèche zitten soms wel tienduizenden jongen kuikens. De jongen blijven op het land als de ouders voedsel gaan zoeken. Enkele Flamingo's blijven achter om op de jongen te passen. De ouders vinden hun kuiken terug met behulp van geluid. Ze herkennen het geluid van hun kuiken goed tussen het kabaal wat de andere dieren kunnen maken.